De natuurlijke eenheid ervaren, vraagt om innerlijke verstilling, alle geluid en prikkels, emoties, gevoelens en gedachten te kunnen laten voor wat ze zijn. In de meditatie kan het troebele water van onze onrustige geest weer verhelderen. Die transformatie wordt mogelijk als we afleren om ons steeds weer te laten meeslepen door prikkels van buiten die vooral verstrooiend werken. Dat is de oefening van de meditatie – afleren iets te doen, de geest niet te vertroebelen of te verduisteren en daardoor steeds meer open te staan voor de situatie van het eigen bestaan in dit moment. En het volgende moment. Ons alledaagse leven leiden is de verstilling van het mysterie beleven.
Ons leven blijkt zich niet gisteren of morgen af te spelen maar altijd in NU, dit ogenblik. Dit heeft een bevrijdend effect op de eigen beleving en daarmee op het gezamenlijk beleven van dat bestaan – het samen leven. Het denken in onderlinge tegenstellingen maakt meer en meer plaats voor de oorspronkelijke en natuurlijke verbondenheid. Ieder mens is weliswaar uniek maar tevens onlosmakelijk met de ander en de omgeving verbonden. Alles en iedereen blijkt bij te dragen aan onze levensweg. We dragen daarmee de zorg voor elkaar, een grote verantwoordelijkheid, immers al ons denken en doen heeft effect op onze omgeving.
Deelname aan meditatie gebeurt vrijwillig. De inzet vanuit het eigen verlangen en toewijding zijn namelijk bepalend. Het gaat in essentie niet om succes of prestatie. En evenmin om begrijpen. Het gaat om bevrijden, innerlijke bevrijding en het innerlijke besef (niet-weten)– dit is mijn bestaan waarin niets en niemand van kan worden uitgesloten, hier draag ik de zorg voor.
https://www.zenmeditation.eu/wp-content/uploads/2017/09/IMG_20160301_174445-x.jpg225300Ben Claessenshttps://www.zenmeditation.eu/wp-content/uploads/2019/12/logo-enso-zencircle.pngBen Claessens2017-09-12 17:07:492023-02-08 11:57:38Verstilling in het leven van alledag
Zen gaat niet ‘’ergens over’’. Het is onze alledaagse leven als zijnde weg van de Boeddha, de uitdrukking van onze natuur, en alles en iedereen daarbij inbegrepen als zijnde vrijheid, wijsheid en genade. Dat is de weg van de bodhisattva. Bodhisattva’s leven uitsluitend voor anderen. Wat in me boven kwam is de uitspraak van Albert Schweitzer: leven is leven dat temidden van leven wil leven. De laatste woorden van het Hart Soetra: gate gate parasamgate, hebben daar evenzeer betrekking op Gegaan, gegaan, naar de overzijde gegaan. De geest transformeert in zichzelf, ervaart zichzelf als ware natuur als Boeddha-mind, Dharma, Sangha. Boeddha zoekt Boeddha en realiseert uiteindelijk zichzelf, bevrijdt zichzelf van de ketens van de eigenwaan van het denkende ik. Het ego beseft dat het niet losstaat van Boeddha-mind maar er uitdrukking van is. Een functie. Het leven van alledag IS de Weg, in elke handeling, in vallen en opstaan, onbegrensd, peilloos, heden, verleden en toekomst zijn nergens anders dan hier. En wat we doen en denken is ingegeven door de situatie die niets en niemand uitsluit. We leven de situatie, zijn getuigen, hoeders van deze aarde en mede verantwoordelijk voor het welzijn van de ander.
https://www.zenmeditation.eu/wp-content/uploads/2017/09/IMG_20170829_192309-x.jpg225300Ben Claessenshttps://www.zenmeditation.eu/wp-content/uploads/2019/12/logo-enso-zencircle.pngBen Claessens2017-09-11 12:26:092023-02-08 11:57:38Zen gaat niet ‘ergens over’
Alle momenten zijn in potentie momenten van leren, sterker nog, van afleren, van het openbreken van het ego zodat de wijsheid van het leven kan binnenstromen. Tenminste als we daartoe bereid zijn, als we daar aan toe zijn. Je kan je ook blijven vasthouden aan eigen concepten, ideeën, vooronderstellingen en het leven als het ware buiten jezelf houden. Zo leven we vaak, het leven buitensluitend, leven in onderscheid tussen binnen en buiten. Zo worden we ook opgevoed en geschoold, helaas. Natuurlijk hebben we kennis van onszelf en onze omgeving nodig om te kunnen overleven. Maar dat is niet het hele verhaal.
Waarmee we onvoldoende of niet opgroeien is de dimensie van verbindende heelheid en eenheid, onze geest, de ‘mind’ oftewel shin, het hart zoals het wordt aangeduid in het oosten. Die mind is wijsheid, daarin zijn leven en dood thuis, het is de schatkamer, Boeddhanatuur, het Pure Land waarvan alles en iedereen de expressie is.
Een kopje thee en de geur, een bloem en een glimlach, de sterren en de maand, het lopen en zitten, geeuwen en praten, lachen en huilen, het is allemaal uiting van de onbegrensde, peilloos diepe wijsheid van dit bestaan. Alles spreekt derhalve ook tot ons, van het beeld van een vallend blad van een boom, tot het geluid van auto’s en vogels, van de wind die waait, het tikken van het werk op deze laptop en het geluid van radiomuziek. Alles is DIT en DIT is de geest, de onmiddellijke ervaring, deze ervaring van onmiddellijkheid en aanwezigheid waarin alle dingen, alle verschijnselen naamloos zijn. Hier komt geen tussenpersoon aan te pas, geen bemiddelaar, alles is direct, zonder tussenkomst, de leegte en volheid van de geest. Deze directheid is in alles wat we doen, zeggen, denken.
Maar het is onze starre gewoonte om alles wat vorm heeft namen en eigenschappen toe te dichten die een kloof schept tussen onszelf en de omgeving, die ons belemmert de onmiddellijkheid van de eenheid te ervaren. Door die neiging – lichaam en geest – een ogenblik te laten vallen en onbevangen te zijn, zonder ‘ik-besef’, ontvouwt zich de complete werkelijkheid in één keer. Onze blik, al onze zintuigen blijken verenigd met alles en iedereen. Het hart is niet versplinterd zoals we soms denken en voelen, maar is onverminderd en onverbrekelijk één. We zijn één immens lichaam. Het lichaam, het Koninkrijk Gods, Boeddhanatuur.
https://www.zenmeditation.eu/wp-content/uploads/2016/10/3-e1501407912479.jpg160225Ben Claessenshttps://www.zenmeditation.eu/wp-content/uploads/2019/12/logo-enso-zencircle.pngBen Claessens2017-07-30 11:48:312023-02-08 11:57:38Alle momenten en dingen vormen de expressie van wijsheid
Verstilling in het leven van alledag
De natuurlijke eenheid ervaren, vraagt om innerlijke verstilling, alle geluid en prikkels, emoties, gevoelens en gedachten te kunnen laten voor wat ze zijn. In de meditatie kan het troebele water van onze onrustige geest weer verhelderen. Die transformatie wordt mogelijk als we afleren om ons steeds weer te laten meeslepen door prikkels van buiten die vooral verstrooiend werken. Dat is de oefening van de meditatie – afleren iets te doen, de geest niet te vertroebelen of te verduisteren en daardoor steeds meer open te staan voor de situatie van het eigen bestaan in dit moment. En het volgende moment. Ons alledaagse leven leiden is de verstilling van het mysterie beleven.
Ons leven blijkt zich niet gisteren of morgen af te spelen maar altijd in NU, dit ogenblik. Dit heeft een bevrijdend effect op de eigen beleving en daarmee op het gezamenlijk beleven van dat bestaan – het samen leven. Het denken in onderlinge tegenstellingen maakt meer en meer plaats voor de oorspronkelijke en natuurlijke verbondenheid. Ieder mens is weliswaar uniek maar tevens onlosmakelijk met de ander en de omgeving verbonden. Alles en iedereen blijkt bij te dragen aan onze levensweg. We dragen daarmee de zorg voor elkaar, een grote verantwoordelijkheid, immers al ons denken en doen heeft effect op onze omgeving.
Deelname aan meditatie gebeurt vrijwillig. De inzet vanuit het eigen verlangen en toewijding zijn namelijk bepalend. Het gaat in essentie niet om succes of prestatie. En evenmin om begrijpen. Het gaat om bevrijden, innerlijke bevrijding en het innerlijke besef (niet-weten)– dit is mijn bestaan waarin niets en niemand van kan worden uitgesloten, hier draag ik de zorg voor.
Zen gaat niet ‘ergens over’
Zen gaat niet ‘’ergens over’’. Het is onze alledaagse leven als zijnde weg van de Boeddha, de uitdrukking van onze natuur, en alles en iedereen daarbij inbegrepen als zijnde vrijheid, wijsheid en genade. Dat is de weg van de bodhisattva. Bodhisattva’s leven uitsluitend voor anderen. Wat in me boven kwam is de uitspraak van Albert Schweitzer: leven is leven dat temidden van leven wil leven. De laatste woorden van het Hart Soetra: gate gate parasamgate, hebben daar evenzeer betrekking op Gegaan, gegaan, naar de overzijde gegaan. De geest transformeert in zichzelf, ervaart zichzelf als ware natuur als Boeddha-mind, Dharma, Sangha. Boeddha zoekt Boeddha en realiseert uiteindelijk zichzelf, bevrijdt zichzelf van de ketens van de eigenwaan van het denkende ik. Het ego beseft dat het niet losstaat van Boeddha-mind maar er uitdrukking van is. Een functie. Het leven van alledag IS de Weg, in elke handeling, in vallen en opstaan, onbegrensd, peilloos, heden, verleden en toekomst zijn nergens anders dan hier. En wat we doen en denken is ingegeven door de situatie die niets en niemand uitsluit. We leven de situatie, zijn getuigen, hoeders van deze aarde en mede verantwoordelijk voor het welzijn van de ander.
Alle momenten en dingen vormen de expressie van wijsheid
Alle momenten zijn in potentie momenten van leren, sterker nog, van afleren, van het openbreken van het ego zodat de wijsheid van het leven kan binnenstromen. Tenminste als we daartoe bereid zijn, als we daar aan toe zijn. Je kan je ook blijven vasthouden aan eigen concepten, ideeën, vooronderstellingen en het leven als het ware buiten jezelf houden. Zo leven we vaak, het leven buitensluitend, leven in onderscheid tussen binnen en buiten. Zo worden we ook opgevoed en geschoold, helaas. Natuurlijk hebben we kennis van onszelf en onze omgeving nodig om te kunnen overleven. Maar dat is niet het hele verhaal.
Waarmee we onvoldoende of niet opgroeien is de dimensie van verbindende heelheid en eenheid, onze geest, de ‘mind’ oftewel shin, het hart zoals het wordt aangeduid in het oosten. Die mind is wijsheid, daarin zijn leven en dood thuis, het is de schatkamer, Boeddhanatuur, het Pure Land waarvan alles en iedereen de expressie is.
Een kopje thee en de geur, een bloem en een glimlach, de sterren en de maand, het lopen en zitten, geeuwen en praten, lachen en huilen, het is allemaal uiting van de onbegrensde, peilloos diepe wijsheid van dit bestaan. Alles spreekt derhalve ook tot ons, van het beeld van een vallend blad van een boom, tot het geluid van auto’s en vogels, van de wind die waait, het tikken van het werk op deze laptop en het geluid van radiomuziek. Alles is DIT en DIT is de geest, de onmiddellijke ervaring, deze ervaring van onmiddellijkheid en aanwezigheid waarin alle dingen, alle verschijnselen naamloos zijn. Hier komt geen tussenpersoon aan te pas, geen bemiddelaar, alles is direct, zonder tussenkomst, de leegte en volheid van de geest. Deze directheid is in alles wat we doen, zeggen, denken.
Maar het is onze starre gewoonte om alles wat vorm heeft namen en eigenschappen toe te dichten die een kloof schept tussen onszelf en de omgeving, die ons belemmert de onmiddellijkheid van de eenheid te ervaren. Door die neiging – lichaam en geest – een ogenblik te laten vallen en onbevangen te zijn, zonder ‘ik-besef’, ontvouwt zich de complete werkelijkheid in één keer. Onze blik, al onze zintuigen blijken verenigd met alles en iedereen. Het hart is niet versplinterd zoals we soms denken en voelen, maar is onverminderd en onverbrekelijk één. We zijn één immens lichaam. Het lichaam, het Koninkrijk Gods, Boeddhanatuur.